Energiegevers en energievreters

Gepubliceerd op 20 juni 2021 om 17:46

De energie die we als mens te verdelen hebben is vergelijkbaar met ieder apparaat dat draadloos werkt. Bijvoorbeeld onze mobiele telefoon. Het gaat een poos goed, daarna zakt de beschikbare energie onderuit en is het tijd om weer bij te laden.
Met onze telefoon houden we dat goed in de gaten. Hoeveel stroom hebben we nog? 20%, dan moet de telefoon weer hoognodig aan de lading.

 

Maar houden we onze eigen energie ook zo goed in de gaten? Hoe lang was het geleden dat jouw interne batterij op 100% stond?

In feite kunnen we al onze activiteiten verdelen in 2 categorieën. Het zijn energiegevers of energievreters.
Om een goed beeld te krijgen van deze twee soorten activiteiten, kun je een vel papier verdelen in twee kolommen. Boven de eerste kolom zet je energievreters en boven de tweede kolom zet je energiegevers.
Vervolgens kun je beide kolommen invullen. Activiteiten die energie kosten zet je in de eerste kolom en activiteiten die energie opleveren plaats je in de tweede.

En wees daarbij eerlijk. Want ook activiteiten die je leuk vindt, kunnen heel goed thuishoren in de categorie energievreters.

Zo gaat een vriendin van mij heel graag naar Lowlands. Ze geniet enorm van dat festival. Maar wanneer ze na drie dagen Lowlands thuiskomt, heeft ze zeker een week nodig om te herstellen. Dus ondank het plezier wat je kunt beleven aan een activiteit, kan het wel degelijk veel energie kosten. Omgekeerd vind ik huishoudelijke activiteiten helemaal niet leuk om te doen. Wanneer ik het echter gedaan heb, kijk ik met een heel gelukkig en voldaan gevoel naar de gedane arbeid. Dus ondanks dat ik het niet leuk vind, kan het me toch wel energie opleveren. Het is dus nog niet zo eenvoudig.

Hoe kun je het dan een beetje meten?
Wanneer je iets gaat doen kun je even rustig gaan zitten en dan sluit je je ogen. Vraag jezelf nu af: Op hoeveel procent staat mijn batterij? Het eerste wat dan bij je bovenkomt is waar. Je hoeft het niet te beredeneren, want dan zit je sowieso verkeerd. Het is een vraag aan je lijf en niet aan je brein. Daarna ga je iets doen. Nadat je klaar bent, ga je weer even rustig zitten en stel je jezelf wederom de vraag: Op hoeveel procent staat mijn batterij?
Is het getal voor de activiteit lager, dan heeft de activiteit je energie gegeven. Was hij voor je begon hoger, dan heeft het je energie gekost.

Je kunt je vast voorstellen dat dit ook afhankelijk is van het moment en dus subjectief is. Dat klopt. Het is een hulpmiddeltje.

Maar wanneer je het een poosje bij houdt, krijg je toch een objectief beeld.

Wanneer je na verloop van tijd een mooi lijstje hebt met dingen die je over het algemeen energie geven, kun je juist die activiteiten gebruiken om je batterij bij te laden.
Als je ziet dat er activiteiten zijn waar je structureel op leegloopt, kun je onderzoeken of je die activiteiten kunt delegeren, verminderen of zelfs helemaal niet meer kunt doen.

Zo zorg je net zo goed voor je interne batterij als voor je telefoon.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.